Voor patiënten

Wat gebeurt er met uw lichaamsmateriaal?

Als er ooit bij u lichaamsmateriaal is afgenomen voor het stellen van een diagnose, bijvoorbeeld bij een operatie, punctie of uitstrijk, dan ligt er hoogstwaarschijnlijk een blokje met uw weefsel opgeslagen in het pathologiearchief van het desbetreffende ziekenhuis.

Het materiaal wordt bewaard omdat het later van belang kan zijn voor uw behandeling. Tenzij u daar bezwaar tegen maakt, kan dit materiaal ook worden gebruikt voor wetenschappelijk onderzoek.

Omdat het lichaamsmateriaal in de basis wordt bewaard voor het geval het in de toekomst nodig is voor uw behandeling, wordt er altijd gezorgd dat er voldoende materiaal beschikbaar blijft. Het zal dus nooit worden opgebruikt voor wetenschappelijk onderzoek.

Wetenschappelijk onderzoek kan de kwaliteit van zorg verder verbeteren door bijvoorbeeld het ontdekken van nieuwe diagnose- of behandelmethoden en nieuwe medicijnen. Voor het doen van wetenschappelijk onderzoek is vaak lichaamsmateriaal nodig. Het materiaal dat wordt gebruikt voor wetenschappelijk onderzoek is voorzien van een code, gepseudonimiseerd. De onderzoeker(s) weten niet van wie het materiaal afkomstig is.

Meer informatie kunt u vinden op https://www.biobanken.nl/biobanken/soorten-biobanken#nader-gebruik-biobank

Bezwaar maken tegen nader gebruik

Als u bezwaar heeft tegen het gebruik van uw lichaamsmateriaal voor wetenschappelijk onderzoek kunt u dat kenbaar maken bij uw behandeld arts. Dit heeft geen invloed op de relatie met degenen die betrokken zijn bij uw behandeling. Meer informatie over het bezwaar maken vindt u meestal op de website van uw ziekenhuis.